Wijziging van een pensioenregeling, waarbij er werd gestreefd naar de opbouw van een kapitaal op basis waarvan pensioenuitkeringen konden worden aangekocht vergelijkbaar met een eindloonregeling, in een beschikbare premieregeling. Appellanten hebben geen recht op voortzetting van deze voorheen voor hen geldende streefregeling, door middel van storting van koopsommen, waardoor zij in de positie worden gebracht alsof die streefregeling was voortgezet. Dit betekent echter niet dat geïntimeerde zonder meer mocht overgaan in het wijzigen van de streefregeling naar een beschikbare premieregeling en daarmee eenzijdig het aan een beschikbare premieregeling inherente beleggingsrisico bij appellanten mocht neerleggen. Indien en voor zover appellanten als gevolg van die wijziging in een nadeliger positie zijn gekomen, wordt geïntimeerde veroordeeld tot betaling van een bedrag ter compensatie van dat nadeel.
Bron/meer... Tags: uitspraken, beschikbare premie, compensatie, compenseren |