Bibliotheek OR en Pensioen

intro leeftijd wet wor overheid instemming medezeggenschap pensioenrecht beschikbare premie grootverdieners netto pensioen franchise vraag en antwoord verplichte pensioendatum 67 jaar premiestaffels ongelijke behandeling pensioenmaxima afstand doen van pensioen eenzijdige wijziging solidariteit aow pensioenveranderingen compensatie pensioen 2015 pensioenwet pensioeninformatie toeslagen pensioenvervroeging vervalt vordering op verzekeraar premiebijdrage werknemers partnerpensioen maximaal waardeoverdracht demotie nieuwsbrief klokkenluider en pensioen indexaties beleggen lage rente lage rendementen onjuiste communicatie woekerpolissen transparantie pensioenpaard van troje uitspraken flexibiliteit pensioenklokkenluider.nl pensioenleeftijd informatie verstrekken scheiding en pensioen generatiepact eigen bijdrage volledige informatie pensioen en ontslagdatum pensioenakkoord compenseren inhaal gemiste pensioenopbouw

Over de Wet Toekomst Pensioenen is veel te lezen, maar wat zijn de eerste stappen die je als Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging moet nemen en waarop moet je letten?

De hoofdlijnen van de nieuwe Wet vind je hier.

De hoofdlijnen

• Voor alle pensioenregelingen geldt voortaan dat dit een premieovereenkomst moet zijn (middelloon is niet meer toegestaan). In plaats van het pensioen wordt de premie aan de medewerkers toegezegd.

• Per 1 januari 2023 mogen nieuwe pensioenregelingen alleen nog een premieovereenkomst zijn met een voor alle werknemers gelijke premie van maximaal 30% van de pensioengrondslag (salaris -/- franchise). Hogere premies zijn fiscaal gezien direct belastbaar loon. Wel mag pensioencompensatie worden afgesproken.

• Deze premie kan (fiscaal) elke vijf jaar worden aangepaste, als de economische omstandigheden (rente en verwacht rendement) daartoe aanleiding geven.

• Per 1 januari 2027 moeten alle bestaande pensioenregelingen zijn omgezet naar een premieovereenkomst met een vlakke premie (voor alle medewerkers een gelijk percentage).

• Voor op 31 december 2022 bestaande beschikbare premieregelingen met een oplopende premiestaffel geldt overgangsrecht vanaf 2027. Voor nieuwe werknemers dient op enig moment vóór 2027 een pensioenregeling met een vlakke premie te zijn ingevoerd.

• Ook voor bestaande verzekerde middelloonregelingen kan gebruik worden gemaakt van het overgangsrecht. Deze regelingen dienen in dat geval op enig moment vóór 2027 te zijn omgezet in een gestaffelde beschikbare premieregeling. Voor nieuw personeel zal een vlakke premieregeling moeten gelden.

• Voor middelloonregelingen uitgevoerd door algemeen pensioenfondsen is expliciet aangegeven dat het overgangsrecht niet geldt. Deze regelingen zullen vóór 2023 moeten zijn overgegaan naar een gestaffelde premieregeling om gebruik te kunnen maken van het overgangsrecht vanaf 2027.

• Nieuw op te zetten pensioenregelingen vanaf 2023 dienen direct te voldoen aan de nieuwe wetgeving.

• Er zijn drie smaken premieovereenkomsten.

o In de solidaire premieovereenkomst zal er één beleggingsbeleid gelden, terwijl

o de flexibele premieovereenkomst en

o de premie-uitkeringsovereenkomst meer individuele beleggingen mogelijk maken. De flexibele premieovereenkomst werkt toe naar een vaste of variabele pensioenuitkering (het pensioenvermogen werknemers blijft – deels- belegd) vanaf pensioendatum (gevolg: wisselende uitkeringen afhankelijk van rendement), terwijl de premie-uitkeringsovereenkomst ook een gegarandeerde pensioenuitkering biedt. De premie-uitkeringsovereenkomst kan daarom alleen door verzekeraars worden uitgevoerd.

• De werkgever wordt (als de pensioenregeling na 1 januari 2023 veranderd wordt) wettelijk verplicht een transitieplan op te stellen, tenzij gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht. Dit transitieplan moet ook onderdeel zijn van het instemmingsverzoek aan OR. Als sprake is van compensatie moet dit in het transitieplan worden besproken, ook als er geen compensatie in pensioen wordt afgesproken maar in de vorm van salaris.

• De wetgever heeft ervoor gekozen de diverse mijlpalen bedoeld voor pensioenfondsen niet langer toe te passen op pensioenregelingen bij verzekeraars en premiepensioenstellingen (PPI). Wel geldt een andere tijdlijn. Werkgevers dienen uiterlijk per 1 oktober 2026 de definitieve offerte voor de nieuwe pensioenregeling te hebben getekend en het transitieplan bij de uitvoerder hebben te hebben ingediend.

• Er wordt fiscaal 3% extra compensatieruimte (van de totale pensioenpremie!) geboden bovenop de fiscale premie van 30% gedurende een periode van tien jaar (tot 2037). Deze ruimte komt alleen beschikbaar indien de compensatieregeling onderdeel wordt van de pensioenregeling. De ruimte is niet beschikbaar voor een individuele werknemer die compensatie in de vorm van salaris heeft ontvangen en dit aanvullend in pensioen wil sparen.

• Als wordt gekozen voor een compensatie in de pensioenregeling, dan moet deze per leeftijdscohort worden vastgesteld. Alle werknemers in dat cohort moeten dezelfde tijdsevenredige compensatie krijgen. Dit geldt ook voor nieuwe werknemers.

• Er mag 10% van het pensioen op de pensioendatum worden opgenomen, dit is ongeveer 8% van het pensioenkapitaal.

• Ook het partnerpensioen verandert:

• Er komt een wettelijke definitie van partner, zodat de partner van de deelnemer met een duurzame gemeenschappelijke huishouding ook als partner voor de pensioenregeling wordt aangemerkt. Dit kan in theorie leiden tot een uitbreiding van de dekking en dus tot hogere premies.

• Het verzekerde partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum wordt voortaan standaard uitgedrukt in een percentage het pensioengevend salaris, met een maximum van 50% en is dus niet meer afhankelijk van de diensttijd.

• Het partnerpensioen moet uiterlijk op 1 januari 2027 zijn aangepast.

• Op basis van het aanstaande wetsvoorstel moeten ongeveer 55.000 pensioenregelingen worden aangepast, waarvan er slechts enkele honderden worden uitgevoerd door pensioenfondsen. Deze pensioenfondsen voeren de regelingen uit voor ongeveer 75% van de werknemers die actief pensioen opbouwen.